Bij sportblessures wordt onderscheid gemaakt tussen acute blessures en chronische blessures.Sportblessures kunnen ontstaan door onjuiste trainingsmethoden, slechte voorbereiding of warming up, onvoldoende conditie, slecht materiaal of verkeerd schoeisel.
Acute blessures worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een val, klap, botsing of verkeerde beweging. Vaak ontstaat dan een zwelling, kneuzing, scheuring, of botbreuk. Een chronische blessure, ook wel overbelastingsblessure genoemd, ontstaat door het voortdurend herhalen van een (vaak verkeerd uitgevoerde) beweging waardoor bepaalde spieren en pezen overbelast raken. Een voorbeeld hiervan is de tennisarm. Sportblessures kunnen ook ontstaan door interne factoren, zoals leeftijd, lichaamsbouw, een afwijkend bewegingspatroon, een slechte houding of de invloed van bepaalde ziekten (infecties). De meeste sportblessures, 63%, komen voor aan enkels, knieën, polsen of handen.